Eind maart maakte NAK zijn jaarverslag 2013 bekend. Hieronder de relevante informatie richting pootgoed.

Areaal

Het aangegeven areaal lag hoger dan in 2012. De gunstige weersomstandigheden en lage bladluisdruk zorgden voor minder verlagingen en afkeuringen. Vooral bacterie was duidelijk minder aanwezig. Niettemin blijft 60% van de afkeuringen te wijten aan bacterieziek. In 2012 was dat nog 80%.

AM-onderzoek

Er werden meer dan 120.000 monsters onderzocht op ruim 49.000 ha. In 825 gevallen (0,7% van het aantal monsters) werd een soortbepaling uitgevoerd op de aangetroffen cysten.

Vrijwillig onderzoek bacterie

In totaal zijn ruim 4.700 monsters onderzocht. Het beeld in 2013 was aanzienlijk gunstiger dan in 2012, namelijk 22% van de monsters bleken besmet t.o.v. 35% in 2012. Het grote verschil zit in Pectobacterium wasabiae (voorheen vPcc): 34% in 2012 en 19% in 2013. Dickeya en Pectobacterium atrosepticum scoorden in beide jaren respectievelijk rond 4,5% en 1,3%. Pectobacterium wasabiae lijkt sterk te reageren op omstandigheden in de teelt. Het niveau van latente besmettingen laat grote verschillen zien tussen bedrijven en rassen.

Naast genoemde Erwinia-soorten hebben we ook te maken met een soort die in meerdere landen gevonden is, namelijk Pectobacterium carotovorum brasiliensis. Deze soort is nog geen onderdeel van de huidige toets.

Bron: NAK-jaarverslag – volledig verslag zie hier.