De bevindingen van het Deltaplan Erwinia hebben bij de Nederlandse pootgoedtelers een duidelijke mentaliteitswijziging teweeg gebracht. Bij enkele bijeenkomsten van de pootaardappelacademie Zuidwest-Nederland was dit één van de meest prominente gespreksonderwerpen, ook nog afgelopen woensdag op een bijeenkomst in Aardenburg. Vooral nu we een lange, droge periode meemaken en het vollevelds loofdoden met Reglone niet zo evident is, komen er bij de Nederlandse telers heel wat vragen naar boven over hoe ze dan wel het gewas moeten doodkrijgen.

In de conclusies van het Deltaplan Erwinia, een meerjarig onderzoek rond bacterieziekte dat vorig jaar werd afgerond, bleek immers dat het klappen een grote bron is voor verspreiding van bacterieziekte.

Op bijeenkomsten van Nederlandse pootgoedtelers is duidelijk te horen dat heel wat telers alleen nog klappen bij rassen die zéér moeilijk dood te krijgen zijn (vb. Markies) of bij gecertificeerd pootgoed dat zal verkocht worden richt consumptie. Er wordt bijna niet meer geklapt als het gaat om uitgangsmateriaal voor de volgende jaren.