Dit seizoen blijkt de export van Schots pootgoed naar Egypte duidelijk toe te nemen, waardoor er voor het eerst meer Schots dan Nederlands pootgoed geïmporteerd zal worden in Egypte. Eind december bedroeg de Schotse export naar Egypte al bijna 41.000 ton, tegenover 38.600 ton Nederlands pootgoed. De Nederlandse export liep al jaren terug, maar het is voor het eerst dat Schotland meer exporteert naar Egypte. Als reden worden de verstrengde normen voor Erwinia in Egypte aangehaald. Schotland zou beter aan deze eisen kunnen voldoen en in principe dus een betere kwaliteit kunnen leveren. Ook is er in Egypte ongerustheid over de recente ringrot gevallen in Nederland. De strengere Egyptische exportnormen bezorgen ook de Belgische pootgoedexport problemen.
De Schotse pootgoedteelt en –onderzoek leveren alvast grote inspanningen om hun pootgoedkwaliteit en –export op te krikken (zie deze blog) met o.a. een ruime rotatie en aparte bedrijven voor basis en prebasispootgoed. Schotland exporteert jaarlijks 100.000 ton pootgoed, waarvan 80.000 ton buiten de EU (de helft dus naar Egypte). De Nederlandse handelshuizen maken zich ogenschijnlijk weinig zorgen: hun keuringsnormen zijn strenger, zij focussen op andere variëteiten of hebben andere afzetgebieden voor hun export. Wat er ook van zij, Egypte blijkt voor pootgoedexporterende landen een belangrijke bestemming te zijn: naast Schotland en Nederland is ook Frankrijk hofleverancier van Egypte. Op de opening van de nieuwe gebouwen van “Comité Nord” te Arras in september jongstleden was de Egyptische minister van Landbouw eregast.