Bij opkomstproblemen in aardappelen blijkt vooral het voorgaande groeiseizoen van het pootgoed de belangrijkste factor te zijn. Dat is althans de eerste conclusie van de groep die in Nederland werkt rond de verbetering van de pootgoedkwaliteit. Deze ketengroep is opgericht na de massale opkomstproblemen in het voorjaar van 2016.

Groeiseizoen 2015 was een moeilijk seizoen, met een droog voorjaar en natte zomer/herfst. Het pootgoed uit dit seizoen werd in het voorjaar uitgeplant in een zeer moeilijk voorjaar 2016 dat zeer koud en nat was.

Er worden ook nog andere factoren genoemd die negatief kunnen inspelen op de opkomst van het pootgoed:

  • Spuiten van glyfosaat op de groenbemester voorafgaand aan de pootgoedteelt
  • Té koude bewaring van het pootgoed
  • Onachtzaam omgaan met CIPC bij de consumptietelers

Er wordt ook in 2018 verder onderzoek gedaan. Er wordt onder meer gewerkt aan het ontwikkelen van een vitaliteitstest voor pootgoed en ook de invloed van het onderwatergewicht op de opkomst wordt bepaald.

Bron: Boerderij, 3 januari 2018