De Nederlandse pootgoedsector had aan NVWA (= Nederlandse FAVV) een nieuwe regeling voorgesteld om vrijgesteld te worden van partijbemonstering. De NVWA gaat echter niet in op dit voorstel.

Waarover gaat het?

Meloidogyne chitwoodi en fallax zijn 2 quarantaine-aaltjes uit de groep van de wortelknobbelaaltjes. In Nederland zijn heel wat besmette percelen. Rond zo’n besmette perceel is een toezichtszone van 1 km met verscherpte maatregelen. Pootgoed dat in deze zone geteeld is, wordt bij de oogst onderworpen aan een visuele inspectie op aanwezigheid van knobbels door deze aaltjes. Pootgoed moet vrij zijn van M. chitwoodi of fallax. In 2014 werden in deze toezichtszones 2000 ha pootgoed vermeerderd en na afloop 53 ha afgekeurd door aanwezigheid van symptomen (zie ook deze blog).

De sector had een voorstel gedaan om vrijstelling van deze (visuele) partijkeuring te bekomen als het jaar vóór de teelt van pootgoed kon aangetoond worden met een grondstaal dat er geen Meloidogyne in het perceel aanwezig is. De NVWA heeft nu geoordeeld dat er onvoldoende garantie is om op basis van grondmonsters te kunnen garanderen dat er geen risico is op aantasting van Meloidogyne in pootgoed. NVWA blijft dus vasthouden aan een visuele inspectie van het pootgoedlot na de oogst.

 

En hoe zit het in Vlaanderen?

Ook in Vlaanderen komen Meloidogyne chitwoodi en fallax voor, vooral in de lichte zandgronden (Kempen & zandstreek West-Vlaanderen). In België geldt een toezichtszone van 3 km rond een besmet perceel. Pootgoed vermeerderd in deze zone wordt na de oogst ook visueel gecontroleerd door de keuringsdienst. Pootgoedtelers worden voor het uitplanten verwittigd door de keuringsdienst als hun aangemeld perceel binnen een toezichtszone valt.

Voor meer informatie over deze aaltjes, kan je op volgende website terecht: http://www.nematoden.be/nl/definitie/definitie-meloidogyne/