In Nederland worden steeds meer percelen vastgesteld die besmet zijn met Meloidogyne chitwoodi (maïswortelknobbelaaltje). Dit blijkt uit gegevens van inspectiedienst NVWA en keuringsdienst NAK. Voor de maïswortelknobbelaaltjes M. chitwoodi en M. fallax geldt een quarantainestatus.
Rond besmette percelen worden een zone afgebakend die onder verhoogd toezicht staat. In 2014 viel ongeveer 2.000 hectare pootgoed in de zogenoemde chitwoodi-cirkels. In 2008 was dat nog maar 716 hectare. Het aantal hectare pootgoed waarvan de opbrengst besmet is verklaard met het aaltje steeg van 20 hectare in 2008 naar 53 hectare in 2014. Waarschijnlijk is het aantal hectares pootgoed dat besmet is met chitwoodi of fallax groter dan 53 hectare, maar hebben pootgoedtelers die besmette partijen al vroeg zelf ontdekt, vrijwillig voortijdig teruggetrokken voor de keuring en via andere marktkanalen afgezet, bijvoorbeeld als consumptie, als zetmeel of als voeraardappel.
Volgens de Europese fytorichtlijn moet uitgangsmateriaal vrij zijn van deze aaltjes. Voor aardappelpootgoed geldt de eis dat dit afkomstig moet zijn uit ‘vrije gebieden’ of dat dit bemonsterd en onderzocht moet worden. De aangewezen gebieden, gebieden waarin Meloidogyne chitwoodi en/of M. fallax is aangetroffen, worden jaarlijks aangepast naar aanleiding van vondsten bij de gewas- en partij inspecties door de o.a. NAK. Een aangewezen gebied ontstaat door rond een officiële vondst een straal van 1 kilometer te trekken.
Bron: Boerderij